Abortus ABC
ABORTUS
Abortus is het afbreken van de zwangerschap. In België kan dit
tot 12 weken na de bevruchting en bestaan er twee methoden:
zuigcurettage en de abortuspil.
ABORTUSMETHODEN
In België bestaan er twee methoden om een abortus uit te voeren:
zuigcurettage (= technische abortus) en abortuspil (=
medicamenteuse abortus).
Bij een zuigcurettage word je plaatselijk verdoofd om zo je
baarmoeder door middel van een sonde leeg te kunnen zuigen. Bij
de abortuspilmethode zorgt de medicatie ervoor dat je baarmoeder
samentrekt, waardoor het vruchtzakje afgestoten wordt.
ABORTUSPIL
Sinds juli 2000 kan een abortus in België ook uitgevoerd worden
door inname van de abortuspil. In tegenstelling tot wat de naam
laat vermoeden gaat het niet om één pil, maar om meerdere pillen
die je op verschillende dagen in een abortuscentrum of het
ziekenhuis onder toezicht van een arts of hulpverlener moet
innemen. Bij het eerste bezoek neem je 3 tabletten Mifégyne in.
Deze pillen bevatten een anti-progestageen. Dit blokkeert de
werking van het progesteron, een stof die het lichaam zelf
aanmaakt om de ontwikkeling en innesteling van de bevruchte
eicel te bevorderen. 36 tot 48 uur later moeten de
prostaglandines (Cytotec) ingenomen worden in het abortuscentrum
of ziekenhuis. Deze bevorderen het afstoten van de vrucht door
het samentrekken van de baarmoeder.
ANTICONCEPTIE
Anticonceptie is letterlijk het tegengaan (anti) van de
bevruchting (conceptie).
Het zijn alle methodes die de bevruchting van een rijpe eicel of
de innesteling van een eicel voorkomen.
De pil blokkeert de ovulatie. Als er geen ovulatie is, is er
geen bevruchting.
Het condoom, de spermaciden (zaaddodende middelen) of de
contraceptieve kapjes (diafragma,...) verhinderen de doorgang
van de spermatozoïden. Het zijn de zogeheten “barrières” of
lokale methodes.
De koperen spiraaltjes hebben een dubbele werking:
- ze werken als spermacide (ze doden de spermatozoïden waardoor
deze niet in de eileider geraken);
- ze verhinderen de innesteling (ze voorkomen dat het eitje zich
in de baarmoeder gaat innestelen).
Noodanticonceptie zal meestal de ovulatie blokkeren en ze
uitstellen.
Daarom is ze slechts doeltreffend voor één enkele seksuele
betrekking en moet men een ander voorbehoedsmiddel gebruiken tot
het einde van de cyclus.
Anderzijds is noodanticonceptie niet doeltreffend als het te
laat wordt gebruikt en kan het de beginnende zwangerschap dus
niet onderbreken.
ANTICONCEPTIEMIDDELEN
Anticonceptiemiddelen worden ook voorbehoedsmiddelen genoemd.
Het zijn middelen waarvan je gebruik kan maken om te voorkomen
dat je zwanger wordt. Je hebt veilige en minder veilige
middelen.
De meest betrouwbare zijn: het condoom, het vrouwencondoom, de
pil, de prikpil, het koperspiraaltje, het hormoonspiraaltje, het
pessarium, implanon.
Minder betrouwbare methoden zijn: periodieke onthouding en de
terugtrekmethode.
ANTICONCEPTIEPIL
Zie 'de pil'
ANTI-PROGESTAGEEN
Bestanddeel van de abortuspil dat de werking van het progesteron
blokkeert, waardoor de ontwikkeling en innesteling van de
bevruchte eicel tegengehouden wordt.
|